Wij begroeten ons lot met de houding van een krijger
Een lot als een geschenk van boven,
In ons het verlangen wekkend
geluk te creëren uit wrijving.
Wij zijn scheppende krijgers.
Wij zijn krijgers met zicht op het grote groeien.
Nu wij onze armen hebben geopend,
Verdwijnt onze angst,
Bevrijden wij ons van de last van klagen,
Eren wij de wet van Karma,
Met open armen van een krijger.
De stralende Ster van helder weten
Is de schat die wij beschermen,
Is de schat die in ons straalt.
Wij luisteren naar de taal van ons lichaam,
Naar de taal van onze spieren,
De taal van ons gemoed en onze buiken.
Wij luisteren met aandacht en met liefde
Naar de taal van onze geest.
Rivieren van gedachten
Glinsteren in ons.
Wij luisteren naar de tekens die van buiten komen.
Wij luisteren om te weten wie wij zijn.
Zonder luisteren verdwalen wij.
Wij zijn onderweg naar onszelf.
Alles wat nodig is doen wij met genoegen
Alles wat onmisbaar is voor onze reis
Doen wij met de grootste zorg.
Wij zorgen voor onszelf
Het is ons lot te zorgen voor onszelf.
Een geschonken lot.
Geïnspireerd op de dichtkunst van Claude van de Berge in zijn boek ‘De zang van de maskers’. ISBN 90-223-1134-1
.
4 mei 2022
Nederlands, Poetry