.
.
.
.
.
Dit razende vuur in mijn binnenste
Is niet van jou of mij,
Maar behoort de Eeuwige Zon toe
De Bron van onze levendheid
Die geen mensdier kan vatten.
Dit te zien maakt nederig.
Dit prachtige vuur in mij,
Is mijn intense heimwee
Mijn verlangen om thuis te komen.
Het wil uitbarsten
Het wil uitbarsten in jou
Om de zaligheid te voelen van
Vuurontlading, in al zijn kleuren
Zacht en
Verzadigend
Voor een moment,
Want ik voel zo’n eenzaamheid.
Dit zinderende vuur heeft een naam
Haar naam is Zin.
Zin.
Zin om lief te hebben.
Zin om te groeien.
Zin om te vernietigen.
Zin om te aanbidden.
Zin is blind en wild als een razend vuur,
Totdat ik haar ogen geef,
Totdat ik haar Rede geef.
Zin is egoïstisch
Totdat ik haar een hart geef.
Dit wilde vuur heeft een naam.
Zijn naam is Wil.
Zijn naam is Macht.
Dit zalige vuur
Is niet van jou
En is niet van mij
Maar behoort de Bron toe.
De nederige zegt
Dit heilige vuur, dit stille vuur,
Stroomt van en naar
De Eeuwige Zon,
Zonder eind.
Nederig zijn is niet meer lijden
Aan zielshonger.
Ik wil nederig zijn
Nederig als een stille vlam.
.
.
.
.
.
31 augustus 2023
Poetry