.
.
.
.
.
Zoals een vlam wil ik zijn,
Beheerst, vurig en stil,
Verlichtend.
Het verlichte denkende
Het rationele ik,
is als een vlam
brandend op de oneindige kaars.
Als de zon wil ik zijn,
Levenscheppend, eeuwig.
De Zon wilde zoals jij zijn,
En Hij werd het.
Het vuur leefde lange tijd in mij,
maar pas in mijn menselijkheid werd ze een vlam,
Een wetend licht.
Het vuur opende de poort
naar de dualiteiten
naar de gescheidenheid.
Wij mensen, wij vlamdragers,
wij wetende lichten.
In ons is de kindwens van de Zon gematerialiseerd.
De Zelfherschepping.
Een wens die een kind baart.
Een lichtkind.
Ik wil zijn
zoals een goede wens
Ik wil zijn
zoals een vurige wens.
Wat is het Vuur?
Vuur is zoals verliefdheid.
Vuur is zoals onbezoedelde blijheid,
zoals enthousiasme, zoals boosheid.
Het vuur doet grenzen verdwijnen.
Het vuur heeft de mens geschapen.
Toen zij het vuur leerden beheersen,
toen begon het.
De aanbidding van de vlam,
Het beheerste natuurgeweld.
Het donderde in zijn bovenkamer.
Zijn Licht ging aan.
Ik ben zoals de vlam
Ik ben zoals het levende vuur
Het wetende licht.
Levend aan gene zijde van mijn Schepper.
Totdat ik de sprong waag.
.
.
.
.
.
31 augustus 2023
eigen project, Poetry